Mogelijke terrorismefinanciering door groep jonge mannen uit Rotterdam

Vandaag staan 7 mannelijke verdachten voor de rechtbank Rotterdam. Het Openbaar Ministerie (OM) verwijt de verdachten terrorismefinanciering en twee van ook het medeplegen van medeplichtigheid aan deelname aan een terroristische organisatie. Volgens het OM hebben de jonge mannen in groepsverband vanuit Nederland de uitreis van een andere man gefinancierd die zich mede hierdoor kon aansluiten als strijder bij een terroristische organisatie in Syrië. Het OM eist taakstraffen en een voorwaardelijke celstraf.

Onderzoek door Landelijke Eenheid en FIOD

De aanleiding om het strafrechtelijk onderzoek te starten was informatie van de Landelijke Eenheid van de politie. In december 2018 is een  strafrechtelijk onderzoek gestart door het Landelijk Parket naar verschillende verdachten van Nederlandse afkomst woonachtig in de regio Rotterdam. Later heeft de FIOD een deel van het onderzoek overgenomen en aangevuld en is onder verantwoordelijkheid van het Functioneel Parket (FP) het onderzoek voortgezet.

Uitreis gefinancierd naar Syrië

“Het Openbaar Ministerie realiseert zich dat het bedrag dat gefinancierd is door de groep mannen niet al te hoog is, dat bovendien de feiten dateren van enige tijd geleden en dat de verdachten relatief jong waren in de pleegperiode. Waarom dan toch een zitting voor zeven verdachten? Want ook wij realiseren ons dat dit voor alle verdachten een ingrijpende gebeurtenis moet zijn, te meer gezien hun toekomstperspectieven en huidige situatie, zoals in de reclasseringsrapporten is te lezen. Het is wellicht wat ongebruikelijk, maar wij leggen graag op voorhand uit waarom wij gemeend hebben te moeten dagvaarden. Dat is gelegen in de ernst van de gedragingen. Immers, volgens het Openbaar Ministerie is in dit geval vanuit Nederland in groepsverband de uitreis naar Syrië gefinancierd van een persoon die zich mede hierdoor kon aansluiten als strijder bij de terroristische organisatie, die eerder bekend stond als Jabhat-al-Nusra en hiervoor ook onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 16 maanden voorwaardelijk. De ernst laat zich in deze zaak inkleuren door de inhoud van het berichtenverkeer tussen de zeven verdachten onderling maar ook tussen (een deel van) de verdachten en de veroordeelde. Wat hier aan de orde is, is veel meer dan een jeugdzonde”, aldus de officier van justitie. Het OM vindt de verklaringen van verdachten over de inzameling en doel van verzending volstrekt onaannemelijk en bovendien kennelijk leugenachtig.

Ernst van de feiten en strafeis

Alle verdachten hebben zich naar het oordeel van het OM schuldig gemaakt aan het medeplegen van terrorismefinanciering. Bij twee van de verdachten komt daar nog het medeplegen van medeplichtigheid aan de deelname aan een terroristische organisatie bij. Tegen vijf van de verdachten eist het OM een taakstraf van 180 uur  waarvan 60 uur voorwaardelijk. Ten aanzien van de twee verdachten waar ook deelname aan een terroristische organisatie bijkomt een taakstraf van 180 uur met aftrek van voorarrest (1 dag), waardoor resteert een taakstraf van 178 uur, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand. Dit als stok achter de deur gezien de grote mate van betrokkenheid en de context waarbinnen de feiten zijn gepleegd.

Rechtbank doet over 14 dagen uitspraak.