Marges en meetcorrecties
Snelheidscontroles zijn een veelbesproken onderwerp. Als de politie een voertuig geflitst heeft, wordt er met twee zaken rekening gehouden:
1. Meetcorrectie
Om met 100% zekerheid te kunnen garanderen dat iemand te hard heeft gereden, trekt de politie van de gemeten snelheid een paar kilometer af. De meetcorrecties zijn:
- bij minder dan 100 km/u: 3 kilometer meetcorrectie
- bij meer dan 100 km/u: 3 procent meetcorrectie
Het Nederlands Meetinstituut ijkt alle flitsapparatuur.
2. Ondergrens voor bekeuren
Er geldt een ondergrens van 4 km/u voordat wordt bekeurd.
Voorbeelden
-
Snelheid minder dan 100 km/u
Een automobilist rijdt volgens de meetapparatuur op een 80-km weg 87 km/u. De politie trekt hiervan 3 km. meetcorrectie af. De automobilist krijgt een bekeuring voor 4 km/u te hard rijden. Had de automobilist 1 km/u minder hard gereden? Dan kreeg hij geen bekeuring vanwege die ondergrens. - Snelheid vanaf 100 km/u
Bij een andere automobilist die op een 120-km weg rijdt, meet de apparatuur 128 km/u. De politie corrigeert de snelheidsmeting met 4 km (3% van 128). De automobilist wordt bekeurd voor 4 km te hard rijden.