Voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i).

De voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) houdt in dat een veroordeelde na het uitzitten van een deel van de gevangenisstraf onder bepaalde voorwaarden kan vrijkomen. 

Waarom v.i.?

De v.i. heeft tot doel de kans op herhaling van het plegen van strafbare feiten te verminderen. Dit zorgt voor een grotere maatschappelijke veiligheid. Een veroordeelde kan tijdens de v.i. onder voorwaarden deelnemen aan de maatschappij.

Centrale Voorziening voorwaardelijke invrijheidstelling (CVv.i.)

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft een speciaal team dat zich voor het hele land bezighoudt met v.i. Dit is de Centrale Voorziening voorwaardelijke invrijheidstelling (CVv.i.). De CVv.i. is onderdeel van de afdeling Legal Office Executie van het Ressortsparket en is gevestigd in Arnhem.   

Oude of nieuwe wet?

Op 1 juli 2021 is de Wet straffen en beschermen in werking getreden. Hierdoor verandert het systeem van v.i. voor uitspraken die op of na 1 juli 2021 worden gedaan. De datum van de uitspraak van de rechtbank of het gerechtshof bepaalt of een zaak onder de oude of de nieuwe wet valt. Hieronder volgt een uitleg over de oude en de nieuwe wet.

Oude wet (uitspraak voor 1 juli 2021)

Hoe lang duurt de v.i.?

De v.i. geldt voor onvoorwaardelijke en onherroepelijke gevangenisstraffen van meer dan één jaar. Bij gevangenisstraffen tussen de één en twee jaar komt de veroordeelde in aanmerking voor v.i. Dat kan nadat één jaar en een derde van het overige deel van de gevangenisstraf is ondergaan. Een voorbeeld: bij een gevangenisstraf van één jaar en negen maanden kan v.i. plaatsvinden na één jaar en drie maanden.

Bij gevangenisstraffen van meer dan twee jaar komt de veroordeelde na twee derde van de gevangenisstraf in aanmerking voor v.i. Een voorbeeld: bij een gevangenisstraf van drie jaar kan v.i. plaatsvinden na twee jaar.

Voorbeeldberekeningen v.i.-proeftijd:

  • Bij een gevangenisstraf van zes jaar is de v.i.-proeftijd twee jaar: na het uitzitten van twee derde van de gevangenisstraf (vier jaar) is het restant twee jaar.
  • Bij een gevangenisstraf van 30 maanden is de v.i.-proeftijd één jaar: na het uitzitten van twee derde van de gevangenisstraf (20 maanden) is het restant minder dan één jaar. De v.i.-proeftijd duurt minimaal één jaar.

De CVv.i. beslist welke voorwaarden worden opgelegd. Tegen deze beslissing kan de veroordeelde niet in beroep bij de rechter. De CVv.i. controleert of de veroordeelde de voorwaarden naleeft. In de praktijk ligt het uitvoeren van de controle bij de reclassering en de politie.

Wanneer blijft v.i. achterwege?

In bijzondere gevallen vindt de CVv.i. dat een veroordeelde geen v.i. moet krijgen. De CVv.i. kan bij de rechter vorderen dat de v.i. wordt uitgesteld of geheel achterwege blijft. De beslissing hierover is aan de rechter.

Uitstel of achterwege laten van de v.i. kan als er sprake is van de volgende situaties:

  • ernstige misdragingen tijdens de gevangenisstraf (bijvoorbeeld: het plegen van een strafbaar feit of slecht gedrag tijdens de gevangenisstraf dat de directeur van de gevangenis heeft bestraft);
  • onttrekken aan de gevangenisstraf (bijvoorbeeld: ontvluchten of niet terugkeren van proefverlof);
  • de kans op herhaling van het plegen van strafbare feiten wordt niet verminderd door het opleggen van bijzondere voorwaarden (bijvoorbeeld: de veroordeelde zegt zich niet aan de voorwaarden te zullen houden).

Om dit zorgvuldig te kunnen doen, laat de CVv.i. zich voor ieder besluit informeren door andere partijen. De CVv.i. krijgt informatie van de gevangenis, de reclassering, de politie, de officier van justitie of de advocaat-generaal die zich met de strafzaak heeft beziggehouden en van (gedrags-)deskundigen.

Voorwaarden

Wanneer een veroordeelde voor v.i. in aanmerking komt, gebeurt dit altijd onder de algemene voorwaarde: geen strafbare feiten plegen.

Ook is het mogelijk om bijzondere voorwaarden op te leggen. Die worden afgestemd op de persoon en zijn/haar gedrag. De voorwaarden verschillen per veroordeelde.

Voorbeelden zijn:

  • een contactverbod met bepaalde personen;
  • een verbod om op bepaalde plaatsen te komen (vaak gecontroleerd met een elektronische enkelband);
  • een meldplicht bij de reclassering;
  • een behandelverplichting.

De voorwaarden gelden tijdens de v.i.-proeftijd. De v.i.-proeftijd is gelijk aan het restant van de gevangenisstraf. Uitzondering hierop is als het restant korter is dan één jaar. In dat geval geldt een v.i.-proeftijd van één jaar.

Overtreding van de voorwaarden

Soms worden de voorwaarden overtreden. Pleegt de veroordeelde een nieuw strafbaar feit dan kan de rechter beslissen dat de veroordeelde alsnog het resterende deel van de gevangenisstraf of een deel ervan moet uitzitten. Dit komt bovenop de opgelegde straf voor het nieuwe feit.

Bij overtreding van de bijzondere voorwaarden zijn er voor de CVv.i. drie mogelijkheden:

  • een waarschuwing geven;
  • wijzigen of aanscherpen van de voorwaarden;
  • geheel of gedeeltelijk herroepen (intrekken) van de v.i.

Welke mogelijkheid de CVv.i. kiest, is afhankelijk van de ernst van de overtreding en het gedrag van de veroordeelde. Als de v.i. geheel of gedeeltelijk moet worden herroepen, dient de CVv.i. een vordering in bij de rechter. De rechter beslist of de veroordeelde alsnog het resterende deel van de gevangenisstraf of een gedeelte daarvan moet uitzitten.

Nieuwe wet (uitspraak op of na 1 juli 2021)

Hoe lang duurt de v.i.?

De v.i. geldt voor onvoorwaardelijke en onherroepelijke gevangenisstraffen van meer dan één jaar. Bij gevangenisstraffen tussen de één en twee jaar komt de veroordeelde in aanmerking voor v.i. Dat kan nadat één jaar en een derde van het overige deel van de gevangenisstraf is ondergaan. Een voorbeeld: bij een gevangenisstraf van één jaar en negen maanden kan v.i. plaatsvinden na één jaar en drie maanden.

Bij gevangenisstraffen van meer dan twee jaar komt de veroordeelde na twee derde van de gevangenisstraf in aanmerking voor v.i. met een maximum van twee jaar. Een voorbeeld: bij een gevangenisstraf van negen jaar kan v.i. plaatsvinden na zeven jaar.

Voorbeeldberekeningen v.i.-proeftijd:

  • Bij een gevangenisstraf van drie jaar is de v.i.-proeftijd een jaar: na het uitzitten van twee derde van de gevangenisstraf (twee jaar).
  • Bij een gevangenisstraf van zeven jaar is de v.i.-proeftijd niet twee derde van de gevangenisstraf, maar geldt het maximum van twee jaar: na het uitzitten van vijf jaar van de gevangenisstraf komt iemand eventueel voor v.i. in aanmerking.
  • Bij een gevangenisstraf van 30 maanden is de v.i.-proeftijd één jaar: na het uitzitten van twee derde van de gevangenisstraf (20 maanden) is het restant minder dan één jaar. De v.i.-proeftijd duurt minimaal één jaar.

Wel of geen v.i.?

In een aantal gevallen vindt de CVv.i. dat een veroordeelde geen v.i. moet krijgen. De CVv.i. beslist dan zelfstandig dat aan de veroordeelde geen v.i. wordt verleend. De CVv.i. kan ook beslissen dat de v.i. wordt uitgesteld. Dit kan voor maximaal 6 maanden. Tegen deze beslissingen kan de veroordeelde bezwaar maken bij de rechtbank. 

Het OM kijkt naar 3 regels om te bepalen of iemand voorwaardelijk in vrijheid kan worden gesteld:

  1. Gedrag: de veroordeelde moet de v.i. verdienen door tijdens de hele detentieperiode goed gedrag te laten zien. Er moet bijvoorbeeld actief aan re-integratie zijn gewerkt.
  2. Risico’s: de veroordeelde kan alleen onder voorwaarden vrij komen als de risico’s zoveel mogelijk kunnen worden beperkt.
  3. Slachtofferbelangen: als er slachtoffers en/of nabestaanden in een zaak zijn, kijkt de CVv.i. of zij wensen hebben bij een v.i. In dat geval kan het OM bijvoorbeeld een contactverbod of een locatieverbod opleggen.

Om dit zorgvuldig te kunnen doen, laat de CVv.i. zich voor ieder besluit informeren door andere partijen. De CVv.i. krijgt informatie van de gevangenis, de reclassering, de politie, de officier van justitie of de advocaat-generaal die zich met de strafzaak heeft beziggehouden en van (gedrags-)deskundigen. Ook informeert het OM bij de slachtoffers of nabestaanden of zij wensen hebben bij een mogelijke v.i. Het CJIB geeft het OM advies over eventuele schadevergoedingen. De CVv.i. beoordeelt al deze informatie. 

In sommige zware en complexe zaken kan de CVv.i. het Adviescollege voorwaardelijke invrijheidstelling (AVI) inschakelen, dat is ingesteld bij besluit van het College van procureurs-generaal (Staatscourant 2021 nr. 37284). Het AVI bestaat uit verschillende deskundigen en geeft onafhankelijk advies over de v.i.

De volgende deskundigen zijn door het College van procureurs-generaal als AVI-lid benoemd:

• dhr. mr. P.A.H. Lemaire, voorzitter en jurist

• dhr. mr. L. Ph. den Hollander, plv. voorzitter en jurist

• dhr. mr. B.W.J. Steensma, jurist

• mw. drs. E. W.M. van den Broek, gedragskundige

• mw. drs. K.M. ten Brinck, gedragskundige

• dhr. prof. dr. S. Bogaerts, gedragskundige

• dhr. prof. dr. M.H. Braakman, gedragskundige en specifiek deskundige eerwraak

• dhr. prof. dr. P.H. van der Laan, reclasseringsdeskundige

• mw. dr. J.M.H. Bosker, reclasseringsdeskundige

• dhr. drs. V. Jammers, victimoloog/slachtofferdeskundige

• dhr. drs. E. Gezik, specifiek deskundige eerwraak

Het AVI wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris, mw. mr. J. Reidnied. Als plaatsvervangend secretaris treedt mw. mr. F. Baeten op

Als er geen v.i. wordt verleend, kan de veroordeelde alsnog een verzoek doen om in vrijheid te worden gesteld. Dit kan minimaal 6 maanden na de beslissing van de CVv.i. om geen v.i. te verlenen. 

Voorwaarden

Wanneer een veroordeelde voor v.i. in aanmerking komt, gebeurt dit altijd onder de algemene voorwaarde: geen strafbare feiten plegen.

Ook is het mogelijk om bijzondere voorwaarden op te leggen. Die worden afgestemd op de persoon en zijn/haar gedrag. De voorwaarden verschillen per veroordeelde.

Voorbeelden zijn:

  • een contactverbod met bepaalde personen;
  • een verbod om op bepaalde plaatsen te komen (vaak gecontroleerd met een elektronische enkelband);
  • een meldplicht bij de reclassering.

Met de komst van de nieuwe wet zijn er vier voorwaarden toegevoegd die in het kader van de v.i. kunnen worden opgelegd. Deze voorwaarden zijn: een verhuisplicht, een beperking om Nederland te verlaten, een verbod om vrijwilligerswerk uit te voeren en een verplichting om de schade aan het slachtoffer of de nabestaande te vergoeden. Daarnaast is de voorwaarde voor het locatieverbod uitgebreid met een vestigingsverbod.

De voorwaarden gelden tijdens de v.i.-proeftijd. De v.i.-proeftijd is gelijk aan het restant van de gevangenisstraf. Uitzondering hierop is als het restant korter is dan één jaar. In dat geval geldt een v.i.-proeftijd van één jaar.

De CVv.i. beslist welke voorwaarden worden opgelegd. Tegen deze beslissing kan de veroordeelde niet in beroep bij de rechter. De CVv.i. controleert of de veroordeelde de voorwaarden naleeft. In de praktijk ligt het uitvoeren van de controle bij de reclassering en de politie. 

Overtreding van de voorwaarden

Soms worden de voorwaarden overtreden. Pleegt de veroordeelde een nieuw strafbaar feit dan kan de CVv.i. beslissen dat de veroordeelde alsnog het resterende deel van de gevangenisstraf of een deel ervan moet uitzitten (herroepen). Dit komt bovenop de opgelegde straf voor het nieuwe feit. Tegen deze beslissing tot herroeping van de CVv.i. kan de veroordeelde bezwaar maken bij de rechtbank. 

Bij overtreding van de bijzondere voorwaarden zijn er voor de CVv.i. drie mogelijkheden:

  • een waarschuwing geven;
  • wijzigen of aanscherpen van de voorwaarden;
  • geheel of gedeeltelijk herroeppen van de v.i.

Welke mogelijkheid de CVv.i. kiest is afhankelijk van de ernst van de overtreding en het gedrag van de veroordeelde.

Ook hier geldt dat tegen de herroepingsbeslissing van de CVv.i. bij de rechter bezwaar kan worden gemaakt. 

Verlengen van de proeftijd

Deze regeling verandert niet.

Vanaf 1 januari 2018 is het mogelijk de v.i.-proeftijd te verlengen met maximaal twee jaar. Bij zware gewelds- en zedendelicten is het mogelijk de v.i.-proeftijd meerdere malen met maximaal twee jaar te verlengen. Dit geldt voor zaken die onder de oude wet vallen en voor zaken die onder de nieuwe wet vallen. 

In iedere zaak bekijkt de CVv.i. voor het einde van de v.i.-proeftijd of verlengen noodzakelijk is. Verlengen kan noodzakelijk zijn omdat bepaalde doelen nog niet zijn bereikt. Bijvoorbeeld omdat een behandeling nog niet is afgerond of omdat er nog geen passende huisvesting is gevonden.

Vindt de CVv.i. dat de v.i.-proeftijd moet worden verlengd dan dient zij een vordering tot verlenging in bij de rechtbank. De rechtbank bepaalt of de v.i.-proeftijd wordt verlengd en voor hoe lang.

Tijdens de verlenging van de v.i.-proeftijd blijven de opgelegde algemene en bijzondere voorwaarden gelden.

De voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) is iets anders dan gratie. Meer informatie over gratie vindt u op de website van de Rijksoverheid.