Eis: gevangenisstraf van 1,5 jaar en ontnemingsvordering van 1,5 miljoen vanwege fraude met afval voor covergisters

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag in de rechtbank in Zutphen een gevangenisstraf van 18 maanden, een beroepsverbod en een boete van ruim 34.000 euro geëist tegen de directeur van Recycling Nederland B.V en Enorgha B.V. uit Putten. Tegen Recycling Nederland B.V en Enorgha B.V. eiste het OM boetes tot 150.000 euro, waarvan 50.000 euro voorwaardelijk. Het OM verwijt de verdachten  het stelselmatig omkatten van afvalstromen die bestemd waren voor co-vergisters: “Zij waren uit op eigen gewin ten koste van de veiligheid van mens en milieu.” Het OM vordert dat verdachten het crimineel verdiende geld terugbetalen.

Uit onderzoek door de Politie, de Omgevingsdienst en NVWA blijkt dat de bedrijven  tussen 2012 en 2014 op grote schaal niet vergunde afvalstoffen innamen. Zo ontvingen de verdachten bijvoorbeeld slib en afvalwater van een tank cleaning bedrijf uit Pernis: “De ware aard en de herkomst van de afvalstoffen en daarmee de gevaarzetting van de afvalstoffen is door verdachte verhuld en aan ieder zicht onttrokken” zei de officier op zitting. Door verdachten zouden de afvalstoffen die niet toegelaten zijn in de co-vergister hebben gemengd. Vervolgens zijn ze voorzien van een onjuiste benaming en afgezet naar de co-vergisters.

Afval wordt in een co- vergister omgezet naar energie. De reststof kan –indien behandeld volgens de regels en voorschriften- worden afgezet als mest. “Niet alle afvalstoffen mogen daarom in een co-vergister” zei de officier op zitting: “Je wilt immers niet dat zwaar vervuilde afvalstoffen via de co-vergisters op landbouwgrond eindigen als meststof voor de bloemkool die bij u op het bord ligt.”

Co-vergisters moeten afval dat voldoet aan regels kopen bij afvalbemiddelaars zoals verdachten. Omdat het aantal co-vergisters de afgelopen jaren is toegenomen, wordt het aanbod van toegestane co-producten steeds beperkter en daarmee duurder.  “Afvalbemiddelaars, zoals verdachten, speelden hier vermoedelijk op in door afvalstoffen te mengen. Verdachten hebben fors verdiend met de vermoedelijke fraude,” zei de officier op zitting: “ze verdienen twee maal grof geld. Enerzijds krijgt hij betaald voor het afnemen van (gevaarlijk) afval en anderzijds betaalt de co-vergister hen voor de valse co-producten."

Gevaarzetting

De officier van justitie sprak op zitting van ernstige feiten met grote gevaren: “En dan hebben we het niet alleen over mogelijke bodemvervuiling met alle risico 's van dien. Er worden mogelijk afvalstoffen door een co-vergister geaccepteerd die kunnen leiden tot bijvoorbeeld de vorming van hoge concentraties zwavelwaterstof in het biogas. Door de hoge giftigheid kan het zwavelwaterstof bij incidenten slachtoffers maken. Hierdoor kunnen werknemers en de omgeving in gevaar worden gebracht.” Bovendien beperken de risico’s zich niet tot de gevaren rondom de inrichting, zei de officier: “Verdachten hebben in hun vrachtwagens afvalstoffen gemengd, zonder stil te staan bij de gevaren die dat ook met zich mee kan brengen.”

Strafeisen

"De aard en de ernst van de strafbare feiten, alsmede het ondermijnend karakter van deze strafbare feiten en het potentiele gevaar voor de volksgezondheid maakt dat een zware strafeis passend en geboden is" zei de officier: “De verdachte is al eerder bestuurlijk aangesproken en veroordeeld voor soortgelijke feiten. Toch is hij eenvoudig weg door gegaan met het handelen in strijd met de wet. Hij richt telkens nieuwe rechtspersonen op die soortgelijke strafbare feiten plegen.” De officier vervolgde: “De valsheid is het vaste verdienmodel geworden binnen de onderneming. Gelet op de hoeveelheid valsheden die binnen de onderneming gepleegd werden, zowel met in als uitgaande stromen blijkt feitelijk dat dit bedrijf niet kan bestaan zonder dat deze valsheid wordt gepleegd.”

Het OM eiste een gevangenisstraf van 18 maanden tegen de hoofdverdachte en een beroepsverbod.  Ook eiste ze een geldboete van 34.015,70 euro, gelijk aan het bedrag dat thans in beslag is genomen.  Tegen de rechtspersoon Enorgha B.V. eiste de officier een boete van 150.000 euro, waarvan 50.000 voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Tegen Recycling Nederland eiste de officier een boete van 75.000 euro, waarvan 25.000 voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.

Ontneming

Het OM heeft berekend dat Enorgha B.V. en Recycling Nederland B.V. respectievelijk 1.513.422,- euro en 216.196,-  euro zouden hebben verdiend met de vermoedelijke fraude. Het OM heeft een ontnemingsvordering uitgebracht. De verdachten kunnen daar nog op reageren.  De vordering zal later inhoudelijk behandeld worden.