Tot 40 maanden gevangenissenstraf geeist vanwege faillissementsfraude

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag voor de rechtbank in Den Bosch celstraffen tot 40 maanden geëist tegen vijf verdachten van faillissementsfraude. Volgens het OM waren de verdachten gedurende de periode 2013 tot en met 2016 betrokken bij meerdere faillissementen waarin fraude is gepleegd. Het tekort in de boedel van de betreffende faillissementen die onderwerp van het onderzoek zijn, is circa 1,7 miljoen euro.

Registeraccountant

De officier van justitie vindt dat de hoofdverdachte jaren verkeerd heeft gehandeld. De hoofdverdachte was een registeraccountant, die in maart 2009 door de Tucht voor registeraccountants is geschrapt uit het register. In 2009 is de verdachte zelf failliet verklaard. Dertig crediteuren hadden een vordering van bijna 1,5 miljoen euro. Dat faillissement is tien jaar na dato nog niet afgewikkeld. Ook is de hoofdverdachte eerder veroordeeld voor faillissementsfraude. Hij was toen werkzaam als registeraccountant bij een bedrijf en heeft de administratie die bij de curator is aangeleverd gemanipuleerd. Daardoor leek het alsof het bedrijf over weinig activa beschikte. Daarnaast zijn er te hoge aangiften omzetbelasting ingediend. In 2012 is de hoofdverdachte veroordeeld tot een werkstraf van 240 uur en 6 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf.

Handelwijze

De handelwijze was steeds min of meer hetzelfde. Ondernemers benaderden volgens het OM steeds de ex-registeraccount op het moment dat het niet goed ging met hun onderneming of als ze ervan af wilden. De verdachte zou de ondernemers kosteloos geadviseerd hebben en in veel gevallen nam hij of een katvanger de onderneming over. De lege of niet goed lopende BV’s wisselden van bestuurder. Uit onderzoek blijkt dat er valse stukken zouden zijn opgemaakt en gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel om bij leveranciers de schijn te wekken van financieel gezonde bedrijven. Er zouden ook voor forse bedragen bestellingen bij leveranciers zijn geplaatst die niet werden betaald. Vaak ging een bedrijf van de verdachten failliet. De curator deed dan aangifte van faillissementsfraude omdat gelden en goederen waren onttrokken aan de failliete boedel en omdat de administratie niet aan de curator werd overhandigd. Door gelden en goederen buiten de boedel te houden werden schuldeisers ernstig in hun verhaalsrechten geschaad omdat er hierdoor minder te verdelen viel.

Ernst van de feiten

Wanneer de boedel van een failliet bedrijf wordt weggesluisd, worden de schuldeisers extra benadeeld. Zonder administratie is het voor curatoren bovendien moeilijk om de belangen van schuldeisers te behartigen. Faillissementsfraude is een maatschappelijk probleem en kost de hele maatschappij veel geld. Bovendien ondermijnt faillissementsfraude het vertrouwen in het handelsverkeer, verstoort de concurrentieverhoudingen en brengt de maatschappij schade toe. Om te zorgen dat burgers en bedrijven vertrouwen kunnen hebben in het handelsverkeer is de aanpak van faillissementsfraude van groot belang.

Strafmaat

Tegen de hoofdverdachte eiste de officier van justitie een gevangenisstraf van 40 maanden. Naast de hoofdverdachte stonden een viertal medeverdachten voor de rechter. Het OM verwijt hen valsheid in geschrifte, faillissementsfraude, oplichting en onjuiste aangiften van omzetbelasting. Deze medeverdachten hoorden gevangenisstraffen tussen de 10 en 20 maanden tegen zich eisen.