VAE leveren Eritrese vermoedelijke mensensmokkelaar uit
Een 41-jarige Eritreeër die gevangen zat in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) is uitgeleverd aan Nederland. Het Openbaar Ministerie (OM) wil hem berechten vanwege wreedheden tegen migranten die vanuit Libië naar Europa reizen. De Eritreeër wordt onder meer verdacht van deelname aan een criminele organisatie die zich bezig hield met mensensmokkel, gijzeling, afpersing en geweld waaronder seksueel geweld. Op kerstavond landde hij op luchthaven Schiphol, begeleid door de Koninklijke Marechaussee (KMar).
De verdachte werd sinds 2021 internationaal gezocht, toen hij in Ethiopië ontsnapte tijdens een rechtszaak tegen hem. Nederland plaatste hem op de Nationale Opsporingslijst. Op 1 januari 2023 werd hij aangehouden in Soedan in een internationale politieoperatie geleid door de VAE. Die waren hem op het spoor gekomen in een witwasonderzoek. In dat onderzoek werd hij later in de VAE veroordeeld. Omdat de verdachte daar inmiddels zijn straf heeft uitgezeten, kon hij nu worden uitgeleverd. Nederland is de autoriteiten van de VAE erkentelijk voor de uitstekende samenwerking in dit onderzoek betreffende de aanpak van wereldwijde mensensmokkel en witwassen.
Tweede hoofdverdachte in grote strafzaak
Een ander vermoedelijk kopstuk van de criminele organisatie stond afgelopen maand al in Zwolle terecht. Tegen deze, eveneens uit Eritrea afkomstige 42-jarige verdachte, eiste het OM op 19 november twintig jaar cel. De uitspraak tegen hem staat gepland op 27 januari 2026. De advocaten van deze 42-jarige verdachte willen de man die nu wordt uitgeleverd nog horen als getuige in de zaak van hun cliënt. Mogelijk gaat dat verhoor binnenkort plaatsvinden. De nu uitgeleverde verdachte krijgt daarnaast zijn eigen juridische traject. Om te beginnen wordt hij op zaterdag 27 december 2025 voorgeleid aan de rechter-commissaris.
Rechtstreekse link met Nederland
Beide verdachten werkten volgens het OM samen en verdienden grote sommen geld met het mishandelen en afpersen van met name Eritrese migranten. De mishandeling vond daarbij plaats in Libië, de afpersing van familieleden in Nederland. Pas als zij betaalden stopte de mishandeling en kon het familielid doorreizen naar Europa. Het verdienmodel van de criminele organisatie koppelt Nederland zo rechtstreeks aan de stelselmatige mishandelingen in de Libische kampen, zo betoogde de officier van justitie in de eerdere rechtszaak. Immers; geen smokkel zonder betalingen, geen betalingen zonder afpersingen, geen afpersingen zonder toepassing van geweld.
Overige verdachten
In het strafrechtelijk onderzoek zijn naast de twee hoofdverdachten ook vijf verdachten in Nederland gedagvaard die betrokken zouden zijn bij het ophalen en doorsluizen van het geld naar de criminele organisatie. In april 2026 zullen zij zich voor de rechtbank Overijssel in Zwolle moeten verantwoorden. Het opsporingsonderzoek wordt uitgevoerd door de KMar onder leiding van het Landelijk Parket van het OM. Het richt zich op de periode tussen 2014 en 2020. Er wordt onder meer samengewerkt met Italië, het internationaal Strafhof ICC, Europol en Interpol.