3,5 jaar geëist voor verdachte die leefde als God in Frankrijk

Een verdachte die volgens het Openbaar Ministerie (OM) misbruik heeft gemaakt van zijn functie als bestuurder van een ideële stichting, wordt valsheid in geschrift, verduistering, witwassen en winkeldiefstal verweten. Dat zijn de feiten waarvoor de  verdachte zich vandaag voor de rechtbank in Rotterdam moest verantwoorden.

De stichting had als doel de sociale woninghuisvesting in Zuid-Afrika te bevorderen. Sinds 2000 was verdachte enig bestuurder van deze stichting, er was geen raad van toezicht en verdachte was de enig gemachtigde tot de bankrekeningen van de stichting. Grote geldschieters waren diverse woningcorporaties waaronder de corporatie waar verdachte destijds bestuurder van was. De geleende gelden van die corporatie werden op een zeker moment omgezet naar een schenking. En zo kwam er volgens het OM 3,6 miljoen euro van die corporatie bij de stichting terecht en uiteindelijk een groot deel daarvan bij verdachte zelf. 

In 2017 deed de FIOD een inval in de woning van verdachte. Op initiatief van het OM werd verdachte als bestuurder van de stichting geschorst. Verdachte heeft later ontslag genomen als bestuurder van de stichting. Het strafrechtelijk onderzoek naar de financiële situatie van de stichting leverde een schokkend beeld op. "Er bleek sprake van grootschalige privé-onttrekkingen uit de stichting door verdachte, die daarmee als God in Frankrijk heeft geleefd en – in strijd met de oorspronkelijke bedoelingen van de stichting – de Zuid-Afrikaanse townships van gedegen sociale huisvesting heeft beroofd", aldus de officier.

De feiten

Verdachte wordt onder meer verweten dat hij in 2007 heeft voorgedaan alsof zijn eigen woning in Zuid-Afrika aan de stichting werd verkocht. Verdachte maakte daarvoor valse stukken op, waaruit die verkoop moest blijken. De koopsom werd vervolgens door de stichting betaald, maar verdachte bleef eigenaar van de woning. De koopsom eigende verdachte zich volgens, het OM, zelf toe.

In de periode 2008 tot en met 2011 verduisterde verdachte daarnaast geldbedragen van de stichting via een bankrekening in Zuid Afrika.

In 2015 kwam een vaststellingsovereenkomst tot stand tussen verdachte en de woningcorporatie waar verdachte bestuurder van was. Deze overeenkomst hield in dat verdachte de woningcorporatie 1.000.000 euro diende te betalen. Verdachte leende een groot deel van dit bedrag van anderen, die hij vervolgens terugbetaalde met geld afkomstig van de stichting. Aangezien de gelden in bezit van de stichting grotendeels afkomstig waren van de woningcorporatie, kan volgens het OM gesteld worden dat deze indirect de schikking tussen haar en verdachte voor meer dan de helft zelf gefinancierd heeft. Een sigaar uit eigen doos dus, concludeert de officier.

Verdachte deed vanaf 2016 ook allerlei andere privé-uitgaven met gelden van de stichting tot aan zijn aanhouding in april 2017. Het gaat om diverse betalingen vanaf de bankrekening van de stichting en om privé-uitgaven met de creditcard van de stichting. Deze bestedingen variëren van de aankoop van een Mercedes GL400, een jetski voor zijn huis op Bonaire, de financiering van het huwelijksfeest van zijn zoon tot aan reizen, theatertickets, kleding, etentjes en cash opnames. Allemaal uitgaven die volgens de officier niet passen binnen de doelstellingen van de stichting maar een persoonlijk belang dienden. 

En zo heeft verdachte zich volgens het OM een bedrag van omstreeks 1.800.000 euro wederrechtelijk toegeëigend. 

Tot slot wordt verdachte winkeldiefstal in een doe-het-zelf-zaak verweten. Verdachte is op heterdaad aangehouden toen hij zich schuldig maakte aan diefstal van een paar handschoenen, slijpschijven, contactdozen en een verlichtingsset.

Ernst van de feiten

Verdachte heeft zich volgens het OM schuldig gemaakt aan verduistering in zijn functie van bestuurder van de stichting van een totaalbedrag van bijna 1.800.000 euro in de periode van december 2007 tot en met april 2017. "In plaats van de onttrokken gelden te besteden conform het statutaire doel van de stichting, te weten het (doen) bevorderen van de sociale woninghuisvesting in Zuid-Afrika, heeft verdachte de gelden bestemd voor eigen gebruik. Hij heeft buitengewoon riant geleefd van de aan de stichting onttrokken gelden. Uit analyse van de tijdens de doorzoeking aangetroffen agenda blijkt dat verdachte heel 2017 had volgepland met mooie reizen naar Chili, Argentinië, Zuid-Afrika, Kenia, Tanzania, Londen en Bonaire. Mocht verdachte in april 2017 niet zijn aangehouden, dan zou zijn graaiersgedrag tot op de dag van vandaag hebben voortgeduurd", aldus de officier.

Het OM neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij, niet bepaald onbemiddeld en destijds beschikkend over meerdere waardevolle onroerende goederen in verschillende landen en een zeer riante pensioenregeling, gedurende een periode van ca. 10 jaar stelselmatig geld van de stichting verduisterde. Daar komt voor het OM bij dat verdachte deze handelingen heeft gepleegd in zijn rol van bestuurder van een ideële stichting, aan welke positie des te hogere eisen van integriteit en onkreukbaarheid moeten en mogen worden gesteld. Slechts door die zeer verantwoordelijke functie en de daarbij behorende bevoegdheden en het vertrouwen dat daarin werd gesteld, is hij in staat geweest om de overboekingen te doen, betalingen te accorderen en de aan de bestuursrekening van de stichting verbonden creditcard te gebruiken. 

Daarbij heeft verdachte niet alleen misbruik gemaakt van zijn bestuursfunctie bij de stichting, maar ook van het gewicht dat hem werd toegekend als bestuurder van zijn toenmalige functie als bestuurder bij een woningcorporatie. “Door zijn statuur bij die corporatie was hij in staat om volledig zijn eigen gang te gaan met de stichting. Hij werd daarin blindelings vertrouwd, naar nu blijkt ten onrechte.” 

Strafeis

Verdachte heeft gedurende het onderzoek wat het OM betreft onvoldoende blijk gegeven van inzicht in het laakbare van zijn gedrag. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3,5 jaar en een bestuursverbod van 5 jaar is hier volgens de officier daarom op zijn plaats. 

De rechtbank doet op 5 maart 2020 uitspraak.