Gevangenisstraffen voor structureel niet leveren van voldoende zorg

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag in de rechtbank in Zutphen gevangenisstraffen tot 30 maanden geëist tegen de leidinggevenden van een zorgaanbieder wegens fraude met persoonsgebonden budgetten (PGB). Het OM verwijt de zorgaanbieder en de twee leidinggevenden valsheid in geschrift vanwege het valselijk opmaken van verantwoordingsformulieren. “De valsheid in geschrifte was er in de kern op gericht dat verdachten zorggeld konden incasseren met valse verantwoordingen. Met voor verdachten als belangrijkste doel: zichzelf verrijken ten koste van hun cliënten en de Nederlandse belastingbetaler,” aldus de officier op zitting.

Structureel

Het onderzoek startte naar aanleiding van een melding bij de politie door zorgkantoor Achmea die fraudesignalen had ontvangen over het bedrijf. Volgens het OM hebben de 66-jarige man en 49-jarige vrouw, in de periode 2008 tot en met 2012, zorg verantwoord aan het zorgkantoor die niet of slechts ten dele aan de cliënten was geleverd. Het zorgkantoor uit Harderwijk, dat in 2007 was opgericht, bood drie zorgsoorten aan, namelijk individuele begeleiding, dagbesteding en tijdelijk of kortdurend verblijf. De cliënten, veelal met psychiatrische en autistische problemen, betaalden deze zorg uit hun PGB. De inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) nam in haar onderzoek 77 dossiers van het zorgkantoor onder de loep. Op basis van de verantwoordingsformulieren van verdachten leek het volgens de officier dat alle geïndiceerde zorg aan hun cliënten was verleend. De inspectie SZW had in hun onderzoek de hoeveelheid geïndiceerde zorg afgezet tegen de zorg die daadwerkelijk zou zijn geleverd door verdachten. Daaruit bleek dat er structureel te weinig dagbesteding, te weinig individuele begeleiding en te weinig tijdelijk verblijf werd geleverd aan de cliënten. Ook bleek volgens het OM uit het onderzoek, dat cliënten afhankelijk werden gemaakt van verdachten door aan hen woonruimte te verschaffen, door de financiën te beheren en schulden over te nemen. Met als gevolg dat wanneer de cliënten geen zorg meer wilden afnemen van het zorgkantoor, zij op straat kwamen te staan of zelfs een juridisch geschil kregen met de verdachten over af te betalen schulden. Kortom, vele cliënten kwamen hierdoor klem te zitten.

PGB

Een PGB is een geldbedrag waarmee mensen met een zorgvraag of een ondersteuningsbehoefte zelf hun zorg kunnen inkopen bij een zorgaanbieder van hun keuze. Tot 1 januari 2015 was de PGB-regeling onderdeel van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Sinds de stelselherziening van 1 januari 2015 is het PGB verankerd in zowel de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet (Zvw). Met het persoonsgebonden budget kunnen mensen zelf zorg inkopen. Dat is goed voor hun zelfredzaamheid. Het PGB is bedoeld om de positie van cliënten en patiënten in de zorg te versterken en de macht over hun leven te vergroten. “Het dossier dat vandaag aan de orde is, laat echter een schaduwzijde zien, namelijk de fraudegevoeligheid van de PGB en hoe cliënten juist volledig afhankelijk kunnen worden gemaakt van hen die hun zouden moeten helpen. De twee verdachten hebben voorgewend dat het bedrijf een betrouwbare zorginstelling is waar kwetsbare mensen terecht konden voor zorg.”, aldus de officier.

Strafeis

De officier vindt dat een gevangenisstraf de enige passende straf is voor de verdachten: “Verdachten hebben als zorgverleners gedurende een langere periode en systematisch misbruik gemaakt van cliënten die aan hun zorg waren toevertrouwd.  Daar komt nog bij dat het in dit geval ging om zeer kwetsbare cliënten.” De enige reden dat verdachten hiermee zijn gestopt, is volgens het OM het optreden van de inspectie SZW geweest. Het OM eist tegen de twee leidinggevenden gevangenisstraffen van 30 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Voor de zorgaanbieder eist de officier een boete van 25.000 euro. Ook kondigt de officier  ontnemingsvorderingen aan tegen alle drie de verdachten.

De rechtbank doet op 9 april uitspraak.