MSD en Organon betalen in totaal 4 ton voor niet naleven veiligheidsmaatregelen

De bedrijven NV Organon en Merck Sharp & Dohme bv uit Oss hebben een door het Openbaar Ministerie (OM) aangeboden transactie in de vorm van betaling van 250.000 en 150.000 euro  geaccepteerd. Het Openbaar Ministerie (OM) verwijt de bedrijven  - waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt- dat ze in 2012 een aantal veiligheidsregels niet hebben nageleefd en er niet alles aan hebben gedaan om een zwaar ongeval te voorkomen of de eventuele gevolgen daarvan te beperken.

Het bedrijf valt onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO), omdat er gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen zoals ammoniak en aceton. Bedrijven die onder het BRZO vallen, zijn verplicht om alle maatregelen te nemen die nodig zijn om zware ongevallen te voorkomen en de mogelijke gevolgen daarvan voor mens en milieu zoveel mogelijk te beperken. Zo moet het beleid ter voorkoming van zware ongevallen worden vastgelegd in een document. Daarnaast moet er een veiligheidsbeheerssysteem zijn, waarin precies staat omschreven wat het bedrijf moet doen om ervoor te zorgen dat de kans op ongevallen tot een minimum wordt beperkt.

Strafbare feiten

Naar aanleiding van controles door de inspectie SZW (voormalige arbeidsinspectie), Veiligheidsregio Brabant-Noord (brandweer), toezichthouders van het Regionaal Milieubedrijf en BRZO toezichthouders van het Bureau Handhaving Bedrijven van de provincie in september en oktober 2012 blijkt dat het bedrijf niet alle veiligheidsmaatregelen had genomen die van een BRZO bedrijf mogen worden verwacht.  Ook werd geconstateerd dat bepaalde voorschriften uit de milieuvergunning niet werden nageleefd. Het strafrechtelijk onderzoek is uitgevoerd door de Politie Oost Brabant en de Provincie Noord Brabant en ziet op de periode september 2012 tot en met december 2012.

Uit het onderzoek blijkt dat de veiligheid op twee locaties onvoldoende was. Op Moleneind was  bijvoorbeeld bij het gebouw waarin zich een ammoniakinstallatie bevond, een waarschuwingslamp bij de buitendeur van het gebouw als gevolg van een tijdelijk geplaatste steiger niet zichtbaar.  De waarschuwingslamp zou werknemers moeten alarmeren in geval van een ammoniaklekkage.

Daarnaast was de wijze van laden en lossen van tankwagens op de laad- en losplaats niet conform de stand der techniek. Een vrachtwagen die gevuld werd met aceton moest gecontroleerd worden op overvullen door op de wagen te klimmen.Er dienden zodanige voorzieningen te worden getroffen dat het laden en lossen van tankwagens met een (zeer) licht ontvlambaar oplosmiddel zoals Aceton op een veilige en verantwoorde wijze kon plaatsvinden. De aanwezige maatregelen waren niet in verhouding tot de aanwezige risico’s ten gevolge van de aanwezigheid van licht ontvlambare vloeistoffen.

Op de locatie De Geer was de brandbeveiligingsinstallatie in een gebouw met een opslag van meer dan 10.000 kg gevaarlijke stoffen niet gecertificeerd en niet goedgekeurd voor de ingebruikname. De installatie voldeed op essentiële punten niet aan de ontwerpnormen. Bij het vervangen van een sprinklerinstallatie zijn de risico’s niet of onvoldoende beoordeeld en is een deel van de sprinklerinstallatie buiten werking gesteld, terwijl de werkzaamheden in het betreffende gebouw door gingen. Ook was een storing in de brandmeldingsinstallatie niet verholpen. Een leidingensysteem op het tanken park was niet voorzien van vlamkerende barrières, waardoor gevaar aanwezig was op het doorslaan van brand op andere installaties die op die leidingen aangesloten waren.

Het OM concludeert dat het bedrijf er te lang over gedaan heeft om de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen te implementeren en uit te voeren. Dat is niet de houding die men van een BRZO bedrijf mag verwachten. Daar hoort veiligheid altijd op nummer 1 te komen.

Voor een wat meer uitgebreide omschrijving van de bij de inspecties geconstateerde overtredingen zie feitenrelaas (PDF) (pdf, 46 kB).

Passende afdoening

De overtredingen zijn volgens het OM zeer ernstige feiten. Het betrof ook een flink aantal feiten. BRZO-bedrijven hebben vanwege hun gevaarlijke bedrijfsactiviteiten een grote verantwoordelijkheid voor de op hun terrein werkzame werknemers, alsook voor hun leefomgeving. Zij zijn verplicht om de regels na te leven. De bedrijven bevonden zich in de nabijheid van woningen met alle risico’s van dien.

Het OM ziet de betaling van in totaal 400.000 euro boete als een passende afdoening van de zaak. NV Organon betaalt 250.000 euro en MSD betaalt 150.000 euro.  In de zittingszaal zou tot een vergelijkbare strafeis zijn gekomen.

Naar aanleiding van de bij de inspecties geconstateerde feiten is het bedrijf vanaf oktober 2012 een uitgebreid verbeterprogramma gestart. Er zijn maatregelen getroffen en investeringen gedaan. Hierop is toezicht gehouden door het BRZO-inspectieteam.  In oktober 2013 is een belangrijk deel van de productieactiviteiten, inclusief alle activiteiten waarop het BRZO van toepassing is, verkocht aan een ander bedrijf.