Vraag en antwoord

Het onderzoek Eris omvat 17 deelonderzoeken, 13 daarvan draaien om liquidaties of uitlokking dan wel voorbereiding daarvan. Er zijn 21 verdachten, die in wisselende samenstellingen aan een of meer van de deelonderzoeken kunnen worden gekoppeld. Daarnaast verdenkt het Openbaar Ministerie 17 van hen ervan dat zij samen een criminele organisatie vormden. 

In hoger beroep zijn 19 verdachten.

Conflicten in de drugshandel liggen volgens het Openbaar Ministerie ten grondslag aan de gepleegde feiten. Hierbij gaat het voornamelijk om handel in cocaïne.

De criminele organisatie had volgens het Openbaar Ministerie tot oogmerk het plegen van moord en/of doodslag, de voorbereiding daarvan en het voorhanden hebben dan wel overdragen van wapens en munitie. Simpel gezegd hadden de deelnemers aan de organisatie één gezamenlijk doel: geld verdienen door middel van het uitvoeren van liquidaties.

Het Openbaar Ministerie verdenkt de nu 52-jarige oud-president van motorclub Caloh Wagoh ervan dat hij opdrachten aannam en het werk uitzette bij een van de moordcommando's waarover hij beschikking zou hebben gehad. Dat zouden vaste groepjes uitvoerders zijn geweest, die samen een liquidatie konden voorbereiden en uitvoeren.

De man die volgens het Openbaar Ministerie de criminele organisatie leidde, was president van motorclub Caloh Wagoh. Hij maakte voor het uitvoeren van liquidaties en ander geweld gebruik van zijn Caloh Wagoh-netwerk, maar ook personen van buiten de club waren betrokken. De criminele organisatie is dus niet enkel Caloh Wagoh.

Deze verdachte was zelf betrokken bij de criminele organisatie. Hij verklaart over zijn betrokkenheid bij het beschieten van een huis en bij een liquidatie. Toen hij opdracht kreeg een volgende liquidatie te plegen, wilde hij niet meer. Maar hij was overtuigd dat hij er niet ongestraft uit kon stappen; dat zou hem zijn leven kosten.

Hij vluchtte naar Spanje. Maar daar wist de politie hem te vinden. Na zijn aanhouding zag hij geen andere uitweg meer dan een deal te sluiten met justitie. In ruil voor bescherming en strafvermindering heeft hij verklaard over meerdere heftige en ontwrichtende criminele activiteiten en over een criminele organisatie waarvan hij deel uitmaakte.

Het Openbaar Ministerie heeft een deal gesloten met de kroongetuige omdat met terugwerkende kracht meerdere levensdelicten konden worden opgelost. Levensdelicten die de maatschappij schokken en belangrijker: waar nabestaanden nog altijd verdriet van hebben. Die tot dusver onopgelost bleven, omdat in het criminele milieu iedereen zijn of haar mond houdt. Het onderzoek is dan geholpen wanneer iemand opstaat die wél wil praten, ook als daar iets tegenover staat.

De verklaringen van de kroongetuige zijn volgens het Openbaar Ministerie zeer betrouwbaar. Ze worden steeds bevestigd door andere bevindingen uit het onderzoek.

De kroongetuige verklaart over anderen, maar ook over zijn eigen aandeel in strafbare feiten en de criminele organisatie. Hiervoor is hij ook vervolgd.

De rechtbank heeft in eerste aanleg de kroongetuige een gevangenisstraf van tien jaar opgelegd. De kroongetuige is geen verdachte in hoger beroep. Wel wordt hij door het hof gehoord over de strafbare feiten.

Het Openbaar Ministerie ziet Ridouan T. als opdrachtgever voor elf feiten in Eris. Hij is daarom verdachte, maar in het huidige proces is hij niet gedagvaard. T. wordt momenteel vervolgd in Marengo. Hem in beide onderzoeken dagvaarden, zou de voortgang van beide processen ernstig kunnen vertragen en de beheersbaarheid van deze mega-zaken onder druk kunnen zetten. De al lopende vervolging van T. in Marengo krijgt op dit moment voorrang. Na afloop van het Marengo-proces zal het OM een definitieve beslissing nemen over de vervolging van T. voor de Eris-feiten

De onderzoeken Eris en Marengo omvatten een andere, duidelijk afgebakende periode. De zaken in Marengo lopen tot en met de zogenoemde vergismoord in januari 2017. Het Openbaar Ministerie meent dat daarna de criminele organisatie in Eris in bedrijf is gekomen.

Het eerste feit in Eris is een liquidatie die wel wordt gezien als vergelding voor de vergismoord. Hier ligt dus een duidelijke scheidslijn.